Landhorst, een dorp dat in 1945 zijn eerste stappen zette, maar pas na
veel doorzettingsvermogen van de bewoners echt vorm kreeg. Terwijl de
school al in 1948 werkelijkheid werd, bleef de kerk een grote droom. Het
pad naar die droom was lang, met veel obstakels en uitdagingen, maar
de vastberadenheid van de Landhorstenaren was niet te stoppen. Dit is
het verhaal van hoe hun verlangen naar een eigen kerk werkelijkheid
Landhorst is pas sinds 1945 een officieel dorp, een van de nieuwe
nederzettingen die ontstonden toen de Peel werd ontgonnen. Zoals bij
veel dorpen was het opstarten van Landhorst geen kwestie van een
snelle start. Maar de vastberadenheid van de Landhorstenaren was
groot, en hun doorzettingsvermogen bleek al snel aanstekelijk!
Vanaf het moment dat het dorp in 1945 begon, wisten de bewoners dat
ze een eigen school en kerk wilden. De school werd uiteindelijk in 1948
geopend, maar de kerk... dat was een ander verhaal! De verzoeken voor
een kerk bleven maar komen, maar of het nu Den Haag was of het
bisdom Den Bosch, overal werd het verzoek afgewezen of 'in
overweging genomen'. Toch gaven de Landhorstenaren niet op. Dankzij
de vastberadenheid van de vereniging 'Peelbelang' , inspectrice mevrouw
Op de Coul en de gemeenteraad van Wanroij kwam er uiteindelijk een
kerkgebouw in Landhorst.
Voor die tijd moesten de dorpelingen het doen met een tijdelijke
'noodkerk' of ze gingen naar een kerk in een naburig dorp. Maar in 1949,
na veel overleg en doorzettingsvermogen, werd er een barak gekocht uit
Woensdrecht, met hulp van het R.K. Bestuur van Wanroij. En dat was
nog niet het einde van het verhaal! Er ontstond een nieuwe strijd: waar
zou de kerk precies komen te staan? Uiteindelijk, na heel wat gedoe,
ging de fundering de grond in en werd de kerk gebouwd.
Op 12 april 1951 ging voor het eerst de klok luiden in Landhorst. Het was
een bijzonder moment, en veel mensen waren ontroerd toen de deken
van Erp het kerkgebouw inzegende. De kerk was prachtig versierd met
een ereboog in de kleuren geel en wit, en de sfeer was dan ook
helemaal feestelijk.
Na de inzegening was er een koffietafel in de school, waar maar liefst
144 mensen aan deelnamen. De leden van Peelbelang betaalden elk 3
gulden voor de gelegenheid, en voorzitter de heer Verkuijlen bedankte
iedereen die geholpen had. Hij gaf nog wel een vriendelijke herinnering
aan de gemeente: de wegen naar het dorp moesten echt verbeterd
worden, want Landhorst was behoorlijk geïsoleerd!
In de jaren die volgden, hielpen de paters van Stevensbeek de parochie.
Jan Arts en Antoon Nabuurs, de kerkmeesters, waren altijd vroeg in de
ochtend in de weer om de straalkachels aan te steken en de priester te
helpen bij de voorbereidingen van de mis. Moeder Arts en haar dochters
zorgden ervoor dat de kerk altijd prachtig versierd was met bloemen, en
Harrie Takken en de mannen van het dorp zorgden voor de zang.
In 1953 kreeg het houten kerkgebouw te maken met flinke schade door
het noodweer in Zeeland (de watersnoodramp). Het dak had een schade
van 500 gulden, die gelukkig door extra collectes werd opgevangen.
Inmiddels had de parochie ook wat extra spullen, zoals een kruisweg,
een communiebank en een kazuifel. Bovendien werden er inkomsten
gegenereerd via de jacht en door de kerk zelf op te hogen.
In 1957 kwam de aandacht voor jongeren. Kapelaan Verhoeven vroeg
om iets voor de jeugd op te zetten, maar wie zou het initiatief nemen?
Dat werd uiteindelijk een succesvolle missie, en in datzelfde jaar werd de
eerste missieweek gehouden. De opkomst was 100%, en het dorp
bestond toen uit 52 gezinnen en 360 inwoners.
Tenslotte, wie kan de legendarische 'witte steentjes' in de kerk
vergeten? Deze bijzondere methode leidde tot heel wat grappige
situaties! Omdat de kerk geen eigen tabernakel had, moesten de
overgebleven hosties weer terug naar de kerk in Wanroij. Wie te
communie wilde gaan, moest een wit steentje in een bakje doen. Zo
werd het aantal hosties dat gewijd moest worden bepaald. Soms
zorgden de jongens die de bakjes in de gaten hielden voor
verwisselingen, waardoor er niet genoeg hosties gewijd werden, of
moesten ze worden gebroken.
De bouw van de kerk in Landhorst was niet alleen een fysieke prestatie,
maar ook een getuigenis van de vastberadenheid en
gemeenschapssamenwerking van de inwoners. Wat begon als een
droom, werd werkelijkheid door niet alleen hard werken, maar ook door
humor, doorzettingsvermogen en bovenal een diepe wens om samen
iets bijzonders voor hun dorp te creëren. De kerk was meer dan een
gebouw; het werd een symbool van alles wat Landhorst samenbracht.